zaterdag 29 november 2008
Diep doorleefde gevoelens over het fenomeen Muziek (2)
Waar de spraak ophoudt, begint de muziek.
E. Th. A. Hoffmann (1776-1822)
De toonkunst is 's mensen hart.
Richard Wagner (1813-1883)
De wereld der muziek is niet altijd de wereld der harmonie.
J. de Bonnefon
Men heeft de muziek bevroren architectuur genoemd; evenzo kan men de muziek vloeibare architetuur noemen.
Moritz Hauptmann (1792-1868)
De muziek is de middelaarster tussen het geestelijke en het zinnelijke leven.
Bettina von Arnim (1785-1859)
Ik heb eens Mimi in La Bohème zien sterven dat ik wenste dat het werkelijk gebeurde.
Leopold Koch
De muziek spreekt bovenal de taal der vertroosting.
Jonathan
In alles is muziek, als men slechts oren heeft.
George Gordon, Lord Byron (1788-1824)
Das höchste muss man singen
Weil man's nicht sagen kann.
Peter Rosegger (1843-1918)
Muziek wekt spanningen in de menselijke ziel; zij wekt deze klaarblijkelijk in diepere zielslagen dan die welke voor de rede toegankelijk zijn.
Rudolf Escher (1912-1980)
Wer nicht durch die Musik beweget kann werden,
ist einmal nicht würdig zu leben auf Erden;
wann einem die Musik nicht missfällg ist,
ein Zeichen versicherter Seligkeit ist.
Johann Valentin Rathgeber (1682-1750)
____________
Afbeeldingen
1. Ernst Theodor Amadeus Hoffmann, dichter en componist.
2. Auteur Peter Rosegger.
zondag 16 november 2008
Diep doorleefde gevoelens over het fenomeen Muziek (1)
De muziek is het meest geschikt om ons die loutere duur, dat voortdurend gesnor en dat ononderbroken gegonsvan het diepere leven te doen vatten.
Henri Bergson (1859-1941)
Het oor bevredigen, het hart ontroeren, de geest verkwikken, dat doet de muziek!
Benedett Marcello (1686-1739)
Muziek is de zilveren trap met het hemelsblauw van violen en 't vlammend rood van trompetten, die rustend op de uiterste rand der aarde, ons de gelegenheid biedt op te stijgen tot de sterren.
Nino Salvaneschi (1886-1968)
Het onuitsprekelijk innige van alle muziek, waardoor zij als een door en door bekend en toch eeuwig ver verwijderd paadijs lijkt, zo begrijpelijk is en tevenszo onverklaarbaar, berust daarop dat ze alle roerselen van ons diepste wezen weergeeft, doch boven alle werkelijkheid en ver van alle kwelling.
Arthur Schopenhauer (1788-1860)
Er is maar één ding op de wereld die mij goed doet en dat is de muziek, mar die vreugd zou een ander welicht smart noemen.
Julie de Lespinasse (1732-1776)
Alle methode is ritme. Heeft men het ritme in zijn macht, dan kan men de wereld bedwingen. Ieder mens heeft zijn individueel ritme .
Novalis (1772-1801) [1]
Onder alle ervaringen van de aarde zou enkel de liefde kunnen wedijveren met goede muziek. Maar gelukkig, zij completeren elkaar. Zij vermeerderen zelfs elkaar.
Matthijs Vermeulen (1888-1967)
Muziek is tegelijk de meest gebiedende en de meest toegankelijke kunst; wel is het niet mogelijk aan haar dwang te ontkomen, maar anderzijds verleent zij grenzeloze vrijheden.
J.H.Rosny [2]
Een oeropenbaring noem ik de muziek; in geen enkele andere kunst veruiterlijkt de geheimzinnige mens zich zo kristalhelder. Johann Gottfried Kinkel (1815-1882)
De muziek verlangt dat men immer in een toestand van ontvankelijkheid verkeert, in een soort van gelukkige vrouwelijke gevoeligheid, opdat ze bevruchtend zou kunnen werken.
Friedrich Nietzsche (1844-1900)
Het oudste, echtste en schoonste muziekinstrument, het instrument waaraan onze muziek alleen haar bestaan dankt, is de menselijke stem. Richard Wagner (1813-1883)
__________
[1] Meer prachtige uitspraken van Novalis over andere thema's kunt u vinden in een aparte bijdrage, die op 1 november op een van mijn privé-sites is gepubliceerd.
[2] J.H. Rosny is een pseudoniem voor de twee broers Joseph Henri Honoré Boex (1856-1940) en Séraphin Justin François Boex (1859-1948).
____________
Afbeeldingen
1. De Franse filosoof Henri Bergson.
2. De Franse adellijke dochter Julie de Lespinasse.
3. De Duitse dichter Johann Gottfried Kinkel.
Henri Bergson (1859-1941)
Het oor bevredigen, het hart ontroeren, de geest verkwikken, dat doet de muziek!
Benedett Marcello (1686-1739)
Muziek is de zilveren trap met het hemelsblauw van violen en 't vlammend rood van trompetten, die rustend op de uiterste rand der aarde, ons de gelegenheid biedt op te stijgen tot de sterren.
Nino Salvaneschi (1886-1968)
Het onuitsprekelijk innige van alle muziek, waardoor zij als een door en door bekend en toch eeuwig ver verwijderd paadijs lijkt, zo begrijpelijk is en tevenszo onverklaarbaar, berust daarop dat ze alle roerselen van ons diepste wezen weergeeft, doch boven alle werkelijkheid en ver van alle kwelling.
Arthur Schopenhauer (1788-1860)
Er is maar één ding op de wereld die mij goed doet en dat is de muziek, mar die vreugd zou een ander welicht smart noemen.
Julie de Lespinasse (1732-1776)
Alle methode is ritme. Heeft men het ritme in zijn macht, dan kan men de wereld bedwingen. Ieder mens heeft zijn individueel ritme .
Novalis (1772-1801) [1]
Onder alle ervaringen van de aarde zou enkel de liefde kunnen wedijveren met goede muziek. Maar gelukkig, zij completeren elkaar. Zij vermeerderen zelfs elkaar.
Matthijs Vermeulen (1888-1967)
Muziek is tegelijk de meest gebiedende en de meest toegankelijke kunst; wel is het niet mogelijk aan haar dwang te ontkomen, maar anderzijds verleent zij grenzeloze vrijheden.
J.H.Rosny [2]
Een oeropenbaring noem ik de muziek; in geen enkele andere kunst veruiterlijkt de geheimzinnige mens zich zo kristalhelder. Johann Gottfried Kinkel (1815-1882)
De muziek verlangt dat men immer in een toestand van ontvankelijkheid verkeert, in een soort van gelukkige vrouwelijke gevoeligheid, opdat ze bevruchtend zou kunnen werken.
Friedrich Nietzsche (1844-1900)
Het oudste, echtste en schoonste muziekinstrument, het instrument waaraan onze muziek alleen haar bestaan dankt, is de menselijke stem. Richard Wagner (1813-1883)
__________
[1] Meer prachtige uitspraken van Novalis over andere thema's kunt u vinden in een aparte bijdrage, die op 1 november op een van mijn privé-sites is gepubliceerd.
[2] J.H. Rosny is een pseudoniem voor de twee broers Joseph Henri Honoré Boex (1856-1940) en Séraphin Justin François Boex (1859-1948).
____________
Afbeeldingen
1. De Franse filosoof Henri Bergson.
2. De Franse adellijke dochter Julie de Lespinasse.
3. De Duitse dichter Johann Gottfried Kinkel.
woensdag 12 november 2008
Wijze woorden over levensplichten in negen kwatrijnen, van de al te jong gestorven Duitse dichter Ludwig Hölty
Lebenspflichten
Rosen auf den Weg gestreut,
Und des Harms vergessen!
Eine kurze Spanne Zeit
Ward uns zugemessen.
Heute hüpft im Frühlingstanz
Noch der frohe Knabe;
Morgen weht der Totenkranz
Schon auf seinem Grabe.
Wonne führt die junge Braut
Heute zum Altare.
Eh' die Abendwolke taut,
Ruht sie auf der Bahre.
Ungewisser, kurzer Dau'r
Ist dies Erdenleben;
Und zur Freude, nicht zur Trau'r
Uns von Gott gegeben.
Gebet Harm und Grillenfang,
Gebet ihn den Winden;
Ruht bei frohem Becherklang
Unter grünen Linden!
Lasset keine Nachtigall
Unbehorcht verstummen,
Keine Bien' im Frühlingstal
Unbelauschet summen!
Fühlt, so lang es Gott erlaubt,
Kuß und süße Trauben,
Bis der Tod, der alles raubt,
Kommt, sie euch zu rauben.
Unter schlummerndes Gebein,
In die Gruft gesäet,
Fühlet nicht den Rosenhain
Der das Grab umwehet;
Fühlet nicht den Wonnenklang
Angestoßner Becher,
Nicht den frohen Rundgesang
Weingelehrter Zecher.
Ludwig Christoph Heinrich Hölty (1748-1776)
Uit: Gedichte (Leipzig, 1870)
Dit gedicht werd op muziek gezet door
Johann Friedrich Reichardt (1752-1814).
maandag 10 november 2008
Wijsheid van een wat oudere dichter — in tien regels
AN AUTOGRAPH
The years that since we met have flown
Leave as they found me, still alone:
No wife, nor child, nor grandchild dear,
Are mine the heart of age to cheer.
More favored thou, with hair less gray
Than mine, canst let thy fancy stray
To where thy little Constance sees
The prairie ripple in the breeze;
or one like her to lisp thy name
Is better than the voice of fame.
[Written for an old friend,
Rev. S.H. Emery, of Quincy,
Illinois, who revisited Whittier in 1868.]
John Greenleaf Whittier (1807-1892)
Uit: The Poetical Works
Oxford University Press, 1909
zaterdag 1 november 2008
Diepzinnige uitspraken van Novalis over dichters, dichtkunst en genie
Wenn der Geist heiligt, so ist jedes echte Buch Bibel.
Der Künstler steht auf dem Menschen, wie die Statue auf dem Piedestal.
Der Künstler ist durchaus transzendental.
Die Poesie löst fremdes Dasein in eignem auf.
Das Genie überhaupt ist poetisch. Wo das Genie gewirkt hat — hat es poetisch gewirkt. Der echt moralische Mensch ist Dichter.
Der echte Anfang ist Naturpoesie. Das Ende ist der zweite Anfang — und ist Kunstpoesie.
Nur ein Künstler kann den Sinn des Lebens erraten.
Je größer der Dichter ist, desto weniger Freiheit erlaubt er sich, deso philosophischer ist er.
Die Poesie ist das echt absolut Reelle. Dies ist der Kern meiner Philosophie. Je poetischer, je wahrer.
Der echte Dichter ist a l l w i s s e n d — er ist eine wirkliche Welt im kleinen.
Das Märchen ist gleichsam der K a n o n d e r P o e s i e — alles poetische muß märchenhaft sein. Der Dichter betet den Zufall an.
Jede Wissenschaft wird Poesie — nachdem sie Philosophie geworden ist
Jedes Wort ist ein Wort der Beschwörung. Welcher Geist ruft — ein solcher erscheint.
Die Philosophie ist eigentlich Heimweh — Trieb ü b e r a l l z u H a u s e z u s e i n.
Wir sind auf einer Mission: zur Bildung der Erde sind wir berufen.
__________
Novalis (pseudoniem van Georg Friedrich Philipp Freiherr von Hardenberg (1772-1801).
Uit: Fragmente
__________
Zie tevens onze bijdrage met daarin de poëtisch verwoorde dichtkunst door deze auteur, op onze zustersite Tempel der Letteren.
Der Künstler steht auf dem Menschen, wie die Statue auf dem Piedestal.
Der Künstler ist durchaus transzendental.
Die Poesie löst fremdes Dasein in eignem auf.
Das Genie überhaupt ist poetisch. Wo das Genie gewirkt hat — hat es poetisch gewirkt. Der echt moralische Mensch ist Dichter.
Der echte Anfang ist Naturpoesie. Das Ende ist der zweite Anfang — und ist Kunstpoesie.
Nur ein Künstler kann den Sinn des Lebens erraten.
Je größer der Dichter ist, desto weniger Freiheit erlaubt er sich, deso philosophischer ist er.
Die Poesie ist das echt absolut Reelle. Dies ist der Kern meiner Philosophie. Je poetischer, je wahrer.
Der echte Dichter ist a l l w i s s e n d — er ist eine wirkliche Welt im kleinen.
Das Märchen ist gleichsam der K a n o n d e r P o e s i e — alles poetische muß märchenhaft sein. Der Dichter betet den Zufall an.
Jede Wissenschaft wird Poesie — nachdem sie Philosophie geworden ist
Jedes Wort ist ein Wort der Beschwörung. Welcher Geist ruft — ein solcher erscheint.
Die Philosophie ist eigentlich Heimweh — Trieb ü b e r a l l z u H a u s e z u s e i n.
Wir sind auf einer Mission: zur Bildung der Erde sind wir berufen.
__________
Novalis (pseudoniem van Georg Friedrich Philipp Freiherr von Hardenberg (1772-1801).
Uit: Fragmente
__________
Zie tevens onze bijdrage met daarin de poëtisch verwoorde dichtkunst door deze auteur, op onze zustersite Tempel der Letteren.
Abonneren op:
Posts (Atom)