Eveneens voor niet-gelovigen
Het is beslist niet noodzakelijk om religieus in algemene zin te zijn dan wel het christelijke geloof aan te hangen — ja, men kan doodeenvoudig a-religieus en zelfs anti christendom zijn — om toch waardering te kunnen opbrengen voor Wijze Woorden die in (één der) boeken van de oudste anthologie van de westerse wereld te vinden zijn, en of die behartenswaardige woorden nu in de reeks boeken des Ouden Verbonds dan wel in die des Nieuwen Verbonds te vinden zijn, is niet belangrijk, als ze maar inhoud hebben en men er iets van 'kan meenemen' — om het nu maar eens populair uit te drukken. Het gaat er immers om of men in staat is waarde toe te kennen aan de woorden in kwestie en, eventueel, of men in voorkomend geval aan deze met een goed gevoel kan terugdenken.
Zo wordt in Ecclesiastes (Prediker, in het Oude Testament) veel wijsheid verkondigd, die we in dit kader gedeeltelijk zeker nog eens aan u zullen voorstellen, maar we beginnen deze reeks Wijze Woorden welke betrekking hebben op de Βιβλια (Biblia) — de verzameling Boeken die in ons deel van het Avondland als Gantsche Heilige Schrift geldt — hier en nu met de Apostel Paulus (ca. 3-ca. 65) in het Nieuwe Testament.
Statenvertaling
Uit de oudste versie van de Nederlandse Bijbel, die ik in eigen huis ter beschikking heb: uit 1793 — een exemplaar op geschept papier, dus tamelijk dik, maar op een relatief klein formaat: 14,5 x 8 cm, en door dat opdikkende papier aan de rugzijde 6 cm dik, aan de papierzijde zelfs 7 cm —, heb ik de tekst letterlijk overgenomen van juist dat ene gedeelte uit de Eerste Brief van Paulus aen Timotheum, Hoofdstuk 5, vers 13:
Ende met eenen leeren zy ledig omgaen by de huysen: ende zyn niet alleen ledig/ maer ook klapachtig/ ende ydele dingen doende/ sprekende 't gene niet en betaemt.
Dat zag er een eeuw later als volgt uit:
En meteen ook leeren zij ledig omgaan bij de huizen, en niet alleen ledig, maar ook klapachtig en ijdele dingen doende, sprekende hetgeen niet betaamt.
In de nieuwste editie van die Statenvertaling is alleen het woord leren aangepast in verband met de spelling, doch verder is deze tekst onaangetast gebleven.
Heel anders luidt de tekst in de Leidsche Vertaling:
En dan ook, daar zij niets te doen hebben, leeren zij huis uit huis in te gaan, niet alleen als leegloopsters, maar ook als babbelaarsters en bemoeiallen, die onbehoorlijke praatjes houden.
Het opvallendste hieraan is, dat er duidelijk in de bewuste tekst heel direct sprake is van vrouwen. Paulus heeft zijn opmerkingen dan ook bedoeld voor jonge weduwen. De waarschuwing richt zich dan ook tegen Roddel en vooral Laster. Hetgeen in de loop der wereld overigens een wijd verbreid fenomeen was en is en zal blijven zolang er mensen zijn. En dat geldt in even sterke mate voor de andere kunne. (De Leidsche Vertaling van het Nieuwe Testament is in 1912 voor het eerst verschenen.)
Een jaar eerder had de Zutphense Nederlands Hervormde predikant P. Veen, samen met enkele anderen, het initiatief genomen om te komen tot een nieuwe vertaling, die veertig daarna in de definitieve versie compleet was. Diverse onderdelen daarvan waren reeds separaat verschenen.
Het Nieuwe Testament werd reeds in 1940 in die versie compleet uitgegeven door het Nederlandsch Bijbelgenootschap. Het dertiende vers van het vijfde hoofdstuk van Paulus' Eerste Brief aan Timotheus luidde toen:
Maar tegelijk wennen zij zich er aan de huizen rond te gaan bij gebrek aan bezigheid, en niet alleen zonder bezigheid, maar ook bezig met praatjes en al te bezig met het spreken over onbehoorlijke dingen.
Hoezeer deze tekst inhoudelijk nog hetzelfde zegt als indertijd de Grootmogende heren der Dordtsche Synode zich dat hadden voorgesteld, het poëtische van de zogeheten Statenvertaling was daarmee verdwenen.
Dat eigentijdse element werd in de loop der decennia na die Nieuwe Vertaling nog sterker, en enkele voorbeelden daarvan zijn te vinden in de Groot Nieuws Bijbel in de omgangstaal, van hetzelfde Nederlands Bijbelgenootschap, verschenen in 1983. Daar komt u 'ons vers' uit de onderhavige Brief van Paulus tegen in deze bewoordingen:
Bovendien, door overal op bezoek te gaan, maken ze het zich tot gewoonte hun tijd te verdoen. En dat niet alleen, het worden kletskousen en bemoeiallen, die praten over zaken die geen pas geven.
Ook hier is de inhoud wel overeind gebleven, maar de indruk van de omgangstaal maakt het hooguit vanuit de optiek van mensen die schrijven en veel minder van hen die dagelijks (eigenlijk alleen maar) spreken.
In de allernieuwste Vertaling van de Bijbel, die door hetzelfde Bijbelgenootschap in opdracht is gegeven en in 2004 is uitgekomen, staat het nog weer anders:
Bovendien zullen ze er een gewoonte van maken hun tijd te verdoen door overal op bezoek te gaan; en dat niet alleen, in hun bemoeizucht praten ze ook over dingen die geen pas geven.
Evenmin kan tegen de inhoud van deze versie geen bezwaar worden aangetekend, aangezien dat wat Paulus te melden had, wel overeind gebleven is, maar de literaire schoonheid heeft moeten plaatsmaken voor een alledaagse babbel. Maar dat was immers de bedoeling van die Nieuwste Vertaling: toegankelijkheid voor zo veel mogelijk mensen. Dat laatste zal wel gelukt zijn. En een enorme prestatie blijft zo'n mammoetproject ook als je persoonlijk de voorkeur geeft aan andere bewoordingen.
Dit vers uit Paulus' brief citeer ik veelvuldig als er lieden van sekten aan de deur komen die de bedoeling hebben om mij hun Enige Waarheid op te dringen. Zij pretenderen te kunnen bewijzen dat zij zelf die waarheid niet alleen in pacht hebben, maar deze voor eeuwig overeind te kunnen houden.
Dat zij echter geen van allen — en de meesten van hen waren Jehova's Getuigen — gedurende meer dan vier decennia blijk hebben gegeven niet over echte bijbelkennis te beschikken, moge blijken uit het feit dat ik in al die jaren nog nooit het weerwoord heb gekregen dat Paulus deze woorden heeft bedoeld voor jonge weduwen en niet voor mensen die trachten het geloof te verkondigen, in dwaling zijnde omtrent een al dan niet goddelijke opdracht. Allemaal lariekoek!
Immers, als het zogenoemde opperwezen zo machtig zou zijn als al die sektariërs — en niet alleen zij — beweren, zou ik wel eens zijn Ontwaakt met de ingeving dat ik me tot een overdrachtelijke Wachttoren zou moeten wenden om tot de voorhof van het Ultieme Heiligdom in den Hoge te kunnen worden toegelaten — want dat betekent eeuwig leven — maar dan slechts via de zo betitelde Koninkrijkszaal van exact die sekte. Het is eenvoudig weg te dol voor woorden.
Het interpreteren van Bijbel-boeken kan men met een gerust hart overlaten aan onpartijdige exegeten; die hebben geen enkele reden om te sjoemelen met betekenissen.
____________
Afbeeldingen
1. De apostel Paulus, in 1633 of 1635 geschilderd door Rembrandt van Rijn.
2. Afbeelding op de titelpagina van een Nederlandse Bijbel uit 1793.
3. Voorkant van het stofomslag van de Groot Nieuws Bijbel uit 1983.
4. Voorzijde stofomslag van De Bijbel in de Nieuwste Nederlandse Vertaling uit 2004, een samenwerkingsproject van de uitgeverijen Querido en Jongbloed, in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap, Haarlem, 2004.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten